Scheidingen kunnen niet alleen de ouders, maar ook menige professional tot wanhoop drijven, als de onderlinge problematiek tussen de ouders dusdanig complex en onoverzichtelijk is geworden, dat niemand het meer lijkt te weten.
Feit is dat de meeste ouders en kinderen lijden onder de scheiding, maar de diverse vormen van scheidingsbegeleiding niet of in beperkte mate zijn gericht op het terugdringen van psychisch lijden. Als iemand in conflict komt met zijn omgeving, omdat hij of zij onbewust of bewust niet helpende, irrationele gedachten of aannames heeft over de ander, dan kan dat resulteren in misverstanden, of strijd. Als iemand zich onbegrepen voelt door zijn/haar partner, dan kan die persoon zich daardoor bijvoorbeeld eenzaam gaan voelen, van verdriet depressieve gevoelens ontwikkelen of boos worden uit onmacht. Dit is psychisch lijden en is de voedingsbodem voor strijd die zijn weerslag heeft op de kinderen en tot mentale en fysieke schade kan leiden, en een voor het leven ontregeld stress managementsysteem. Overigens is de strijd net zo schadelijk voor de ouders.
De prioriteit ligt uiteraard bij de belangen en de behoeften van de kinderen.
Maar daar is voor nodig dat de begeleiding een andere prioriteit heeft. De begeleiding van ouders bij scheiding moet zich eerst richten op het bevorderen van eigen kracht en veerkracht. Een veerkrachtige ouder is een uitgeruste ouder, die overzicht heeft en weet wat de kinderen nodig hebben en dit ook in balans brengt met wat hij of zij zelf en de andere ouder nodig heeft.
Dit is de primaire basis voor kwalitatief ouderschap en van waaruit ook het nieuwe ouderschap vormgegeven moet worden.
Om tot dit doel te komen, moet de professional als het ware eerst pas op de plaats maken en het psychisch lijden van ouders en kinderen erkennen en dit samen met de ouders, en als de leeftijd en rijpheid van de kinderen dit toelaten, samen met de kinderen, onder de loep nemen.
Immers, als van de ouders wordt vereist dat zij soepel en krachtig zijn om een intens en ingrijpend veranderingsproces, het zogenoemde gezinstransformatieproces, met zo min mogelijk en liefst zonder schade door te maken, dan moet onderzocht worden of dit proces daadwerkelijk soepel verloopt. Haperingen, patstellingen, vertraging of zelfs blokkades, zoals contact ouder-kind of noodzakelijke financiële bijdragen, moeten snel in beeld gebracht worden. Als deze en andere zaken en gevoelens die bijdragen tot psychisch lijden of daardoor veroorzaakt worden, in beeld zijn, kan de begeleiding daarop worden afgestemd, zodat schadelijke ouderlijke strijd, escalatie daarvan en contactblokkades worden voorkomen of opgeheven.
Het snel in beeld brengen van de omstandigheden waarin ouders en kinderen verkeren op het allereerste moment dat de ouders bij een professional informeren naar het regelen van hun scheiding, wordt gedaan met het diagnose-instrument: Triage Scheidingssoort (TS).
Als uit de resultaten van de TS blijkt dat de ouders ver uit elkaar liggen en sprake is van intense emoties, psychisch lijden en schadelijke omstandigheden voor de kinderen, en ook voor de ouders, dan dient deze vorm van conflictdiagnostiek zo snel mogelijk, liefst direct, te worden opgevolgd door Verdiepende Conflictdiagnostiek (VCD).
In de meeste gevallen word je als professional pas betrokken in een vergevorderd stadium van de strijd. De loopgraven zijn klaar en partijen hebben zich afgesloten voor de argumenten van de ander, of zijn daar in ieder geval heel druk mee aan de gang. Als de contouren van de conflictscheiding of de blokkadescheiding zich hebben afgetekend zijn ze moeilijk uit te wissen. In andere bewoordingen: er bestaat een risico op blokkades (de conflictscheiding), zoals het onnodig en zonder geldige reden, steeds meer inperken van contact van een ouder met een kind of de kinderen of de ouders hebben al blokkades opgeworpen (de blokkadescheiding). Als er geen zorgelijke aanwijzingen zijn op gevaarlijke omstandigheden voor de kinderen, dan moeten dergelijke risico’s en blokkades voorkomen worden (preventie). Immers, onnodig contact inperken of blokkeren van een kind met een ouder is op zichzelf beschouwd, schadelijk.
Vroege en tijdige verwijzing, die is gericht op het terugdringen van psychisch lijden van ouders en kinderen, voorkomt dat meningsverschillen en strijd tussen de ouders escaleren en een of meerdere blokkades ontstaan.
Maar, de huidige werkomstandigheden binnen het sociaal en in het bijzonder het scheidingsdomein betreffende conflict- of blokkadescheidingen, bieden onvoldoende basis voor professionals om vanaf de eerste hulpvraag een goede start te maken. Iedereen vindt er wat van, de ouder, de jeugdbeschermer, de rechter, de buurvrouw, om maar enkele personen te noemen en allen vanuit de eigen subjectieve beleving, insteek, visie en missie.
Het uitgangspunt is dat de hulpverlener die aan de voorkant werkt, bijvoorbeeld de sociaal werker van de gemeente in de wijk of een psycholoog of een professional die een intake doet op een advocatenkantoor, direct na de hulpvraag in een zo vroeg mogelijk stadium onderlinge problemen tussen ouders in beeld brengt.
Wat in de praktijk nodig is, zijn een gemeenschappelijke basis bestaande uit een structurele taal en visie en missie, die diverse professionals met elkaar verbindt. Als diverse professionals over een gemeenschappelijke taal en relevante kennis beschikken, boven op die van het eigen vakgebied (de T-shape), dan is het makkelijker om samen te werken.
Verder is een bruikbaar en universeel diagnose- of triage-instrument nodig dat is gebaseerd op de gemeenschappelijke sociaalwetenschappelijke taal met juridische aspecten, dat zo snel mogelijk aan de voorkant kan worden ingezet. Dit instrument is de Triagelijst Scheidingssoort. De TS is een vragenlijst die ouders aanzet tot zelfreflectie en reflectie over de emoties en opvattingen van de andere ouder. Dit maakt de ouders eigenaar van hun onderlinge problematiek en niet de professional.
Dankzij beheersing van een gemeenschappelijke taal, en een gedeelde visie en missie, kunnen de diverse professionals met verschillende beroepen, hun begeleiding op elkaar afstemmen. Dat maakt het gemakkelijker voor de professionals, maar ook voor ouders, omdat zij dan weten waar zij aan toe zijn. Als professionals over dezelfde visie en missie beschikken, dan neemt de kans dat zij elkaar tegenwerken, af. Tevens neemt daarmee de kans af dat een of beide ouders professionals bewust of onbewust tegen elkaar uitspelen.
De TS is gebaseerd op het gemeenschappelijk begrippenkader en zet daarmee de toon voor de volgende professionals waarop zij hun begeleidingsplan van ouders en/of kind(eren) kunnen afstemmen.
Scheidingen worden vooral langs juridische weg afgewikkeld, terwijl het hebben van relatieproblemen of een scheiding doormaken ook en vooral een psychologisch proces is. Maar psychologische fenomenen, zoals emoties als boosheid, verdriet, of bijvoorbeeld empathisch vermogen en/of mate van onderling begrip, worden tot nu toe niet structureel en volgens standaarden meegenomen of onderzocht.
Dat komt omdat we gemeenschappelijke definities en begrippen bij scheidingen missen waarmee je bijvoorbeeld soorten scheidingen kunt uitdrukken. Wat we ook missen zijn gemeenschappelijke maten, getalswaarden, criteria en standaarden waarmee we de ernst van de strijd kunnen uitdrukken.
Waar de ene professional bepaalde gedragingen van ouders onderbrengt bij een ‘heftige strijd’, kan de andere professional aan diezelfde gedragingen een andere betekenis geven. Dat is mede afhankelijk van de beroepsachtergrond van de professional, zijn positie ten opzichte van de ouders en of hij/zij beide ouders begeleidt of één ouder. Naast de professionele positie, is de persoonlijke context van de professional ook van invloed. Een gz-psycholoog ziet andere aspecten in de interactie tussen de ouders, en weer andere als de therapeut één van de ouders begeleidt. Tevens moet je er rekening mee houden dat de ene gz-psycholoog of psychotherapeut de andere niet is. Ook onderling tussen psychologen, orthopedagogen en advocaten is de focus verschillend, omdat zij eigen meetlatten hanteren. En orthopedagoog beschouwt de gedragsproblematiek van kinderen, maar de gz-psycholoog richt zich vooral op problematiek van de volwassenen in het licht van hun levensloop. De standaardmeetlat bij het toepassen van psychodiagnostiek is de DSM, ook al gaan stemmen op onder psychiaters en psychologen om hier min of meer afstand van te nemen. Advocaten volgen ook een meetlat, maar dat zijn wetboeken en jurisprudentie, zoals eerder gedane uitspraken.
Strijd tussen ouders wordt dus wel geobserveerd en beschreven door hulpverleners en juristen, of bijvoorbeeld raadsonderzoekers of jeugdbeschermers, maar omdat zij niet beschikken over een gemeenschappelijke taal van maten, criteria, standaarden, definities en begrippen, is het moeilijk zo niet onmogelijk om de mate en ernst van strijd en bijvoorbeeld de soort van scheiding te beschrijven in definities en begrippen die andere betrokken professionals , zoals een rechter of jeugdbeschermer, kennen, waardoor zij dezelfde betekenis toekennen als de rapporteur bedoelt te geven.
Wat het sociaal of scheidingsdomein nodig heeft is een centimeter of een rolmaat. Je kunt hierbij denken aan een rolmaat die ouderlijke strijd en het welbevinden van ouders en kinderen meet.
Het veld van relatieproblematiek en scheidingen van ouders mist een gestandaardiseerde en gemeenschappelijke taal bij scheiding. Als het ware een gereedschap, een rolmaat, om snel en efficiënt de ouderlijke strijd in beeld te krijgen, waarbij je metingen doet van de frequentie, intensiteit, duur en of deze zo lang aanhoudt dat je ervan uit kunt gaan dat de kinderen, maar ook de ouders, zijn blootgesteld aan psychisch en fysiek schadelijke omstandigheden. Die rolmaat is het Classificatiesysteem bij scheiding en/of ouderlijke strijd (CSO) en is in het boek "Terugdringen van psychisch lijden van ouders en kinderen bij scheiding", in hoofdstuk 15, paragraaf 15.4, blz. 238 'tot op de millimeter uitgewerkt. Gestandaardiseerde maatvoering is niet alleen handig en werkbaar voor professionals, maar ook voor ouders met onderlinge problemen, om een beeld te krijgen van waar ze staan ten opzichte van elkaar of waar ze aan toe zijn. En natuurlijk is de rolmaat ook bruikbaar voor partners zonder kinderen.
Door het ontbreken van een gemeenschappelijke gestandaardiseerde taal van begrippen, definities, maatstaven, standaarden en criteria, is het ook erg moeilijk of vrijwel onmogelijk om passende hulp te kiezen en te bieden. Het is deze lacune en de daarmee gepaard gaande onzekerheid dat ouders het uiteindelijk ‘niet meer zien zitten’ en de deskundigen niet meer weten met welke hulp de ouders en hun kinderen het beste gebaat zijn. Door het ontbreken van gestandaardiseerde meeteenheden wordt tijd verloren en wordt pas geïntervenieerd, bijvoorbeeld door een uitspraak van de rechter, als het feitelijk te laat is. En dan is nog maar de vraag of de ouders zich kunnen vinden in de uitspraak en of zij zich zullen houden aan eventueel daarin opgenomen aanwijzingen. Als de strijd tussen de ouders is geëscaleerd, waarbij zij samen geen afspraken kunnen of willen maken, de communicatie en contact tussen hen is geblokkeerd, dan kun je ervan uit gaan dat er sprake is van disfunctioneel ouderschap en schadelijke omstandigheden voor de kinderen, maar ook voor de ouders zelf.
Als we geen gereedschap of instrumentarium hebben om de risicofactoren, de knelpunten, patstellingen of blokkades te kunnen exploreren, dan kunnen we geen passende hulp bieden en dan heeft niemand een kans (gehad) om het goed of beter te doen; noch ouders, noch kinderen, noch professionals. Dan is escalatie van strijd tot het dramatisch dieptepunt van destructief of geblokkeerd contact tussen ouder(s) en kind(eren) en ook tussen de ouders niet te voorkomen.
Zo ver mogen we het niet meer laten komen. Dat kan met Conflictdiagnostiek.
Een voornamelijk psychologische en preventieve methode, die ook aandacht besteed aan juridische aspecten, is conflictdiagnostiek bij scheiding en/of ouderlijke strijd. Deze vorm van diagnostiek meet de interactie tussen twee ouders. Conflictdiagnostiek mag niet verward worden met psychodiagnostiek. Conflictdiagnostiek meet de interactie van twee onderscheiden belevingswerelden. Van elke ouder de eigen belevingswereld en van ouders over elkaar, hun emoties ten opzichte van elkaar, hoe zij over elkaar denken, wat zij belangrijk vinden in de opvoeding van de kinderen, en bijvoorbeeld of zij elkaar ruimte geven om betrokken te zijn bij de kinderen.
Conflictdiagnostiek kun je beschouwen als een rolmaat die metingen doet van intensiteit, frequentie en duur van strijd. Conflictdiagnostiek bestaat uit twee-fasen, zoals als de centimeters en de millimeters op de rolmaat. De eerste fase, de centimeters, is bedoeld om drie gradaties van scheidingssoorten of conflictgraden uit te filteren. De tweede fase, de millimeters, gaat dieper in dan de TS op de diverse kenmerken, zoals patstellingen en blokkades, die ogenschijnlijk voor de hand liggende oplossingen in de weg staan en leiden tot complexe strijd tussen de ouders bij de conflictscheiding of de blokkadescheiding. .
De fase van Triage & Verwijzing en wordt toegepast met behulp van de (online) Triagelijst Scheidingssoort (TS).
De fase van verdiepende conflictdiagnostiek en bestaat uit een vragenlijst voor ouders en een raster waarmee de professional de uit de triagelijsten gebleken conflictscheidingen of blokkadescheidingen, als het ware kan ‘millimeteren’ en exploreren om keuzes voor hulpverlening te maken en passende hulp of begeleiding eventueel in teamverband, te kunnen bieden.